SV | Maar als hij sterk geworden was, verhief zich zijn hart tot verdervens toe, en hij overtrad tegen den HEERE, zijn God; want hij ging in den tempel des HEEREN, om te roken op het reukaltaar. |
WLC | וּכְחֶזְקָתֹ֗ו גָּבַ֤הּ לִבֹּו֙ עַד־לְהַשְׁחִ֔ית וַיִּמְעַ֖ל בַּיהוָ֣ה אֱלֹהָ֑יו וַיָּבֹא֙ אֶל־הֵיכַ֣ל יְהוָ֔ה לְהַקְטִ֖יר עַל־מִזְבַּ֥ח הַקְּטֹֽרֶת׃ |
Trans. | ûḵəḥezəqāṯwō gāḇah libwō ‘aḏ-ləhašəḥîṯ wayyimə‘al baJHWH ’ĕlōhāyw wayyāḇō’ ’el-hêḵal JHWH ləhaqəṭîr ‘al-mizəbaḥ haqqəṭōreṯ: |
Maar als hij sterk geworden was, verhief zich zijn hart tot verdervens toe, en hij overtrad tegen den HEERE, zijn God; want hij ging in den tempel des HEEREN, om te roken op het reukaltaar.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar als hij sterk geworden was, verhief zich zijn hart tot verdervens toe, en hij overtrad tegen den HEERE, zijn God; want hij ging in den tempel des HEEREN, om te roken op het reukaltaar.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!